
Cantate BWV 249
Oster-oratorium
Op 9 april wordt om 17.00 u in De Burgwal, Burgwal 60 te Kampen het Oster-Oratorium: Kommt, eilet und laufet, ihr flüchtigen Füße (BWV 249) van Johann Sebastian Bach uitgevoerd.
Bachs paasoratorium kreeg zijn uiteindelijke vorm pas na een voorgeschiedenis van wijzigingen en uitvoeringen, die zich over bijna 25 jaar uitstrekt. Pas in Bachs geheel opnieuw uitgeschreven partituur van rond 1738 kreeg het de titel ‘Oratorium’, die het deelt met de eveneens in de jaren ‘30 gecomponeerde Weihnachts- en Himmelfahrts-oratoria. Het verdient deze benaming slechts ternauwernood. Aan dit elfdelige stuk ligt weliswaar een Bijbelse handeling ten grondslag (de ontdekking van Christus’ lege graf door de discipelen Petrus (T) en Johannes (B) en de vrouwen Maria Magdalena (A) en Maria, de moeder van Jacobus (S). Maar over dit gebeuren wordt niet (zoals in de andere oratoria, en de passies) verslag gedaan door een Evangelist, die de Bijbeltekst in Luthers vertaling volgt, maar in vrij gedichte recitatiefteksten uit de mond van de vier handelende personen zelf, op basis van wat de verschillende evangeliën – soms tegenstrijdig – daarover berichten. Als werk waarin de handeling niet wordt verteld maar geacteerd door betrokkenen lijkt het daarom op een naar de opera verwijzend religieus Dramma per Musica en moet je het plaatsen in de oude middeleeuwse traditie van de Passie- en Paasspelen, waar Luther trouwens niet zo van gediend was. Nog een opmerkelijk kenmerk: de verrezen Christus, die na zijn opstanding uit de dood toch volgens de evangelisten bij diverse gelegenheden zijn discipelen weer ontmoet, komt niet in het stuk voor.
Voorganger in deze dienst is ds Jan Bouma, emerituspredikant van de Nederlands Gereformeerde Kerk te Kampen . Het Bachkoor en – Bachorkest staan onder leiding van Sander van den Houten. Het Zwier van Dijkorgel wordt bespeeld door Ab Weegenaar.
Als solisten werken mee Aldona Bartnik – sopraan, Emilie Wijers – alt, Francis Ng – tenor en Jouke Wymenga – bas.